Uit: Vorm is leegte, leegte is vorm
Comentaar op het Prajnaparamita Hartsoetra.
Door: Thich Nhat Hanh
Op een herfstdag zat ik in een park, verdiept in de contemplatie van een heel klein maar prachtig, hartvormig blad. Het was bijna rood van kleur en hing nog net aan een tak, bijna klaar om naar beneden te vallen. Ik bleef er een hele tijd staan en stelde het blad verschillende vragen….
Ik vroeg het blad of het bang was omdat het herfst was en de andere bladen vielen.
Het blad vertelde me:
“Nee. De hele lente en zomer was ik volop in leven. Ik werkte hard en hielp de boom te voeden en veel van mij zit in de boom.
Zeg alsjeblieft niet dat ik alleen maar deze vorm ben. De vorm van een blad is maar een heel klein deel van mij. Ik ben de hele boom.
Ik weet dat ik al in de boom zit en als ik terugga naar de bodem ga ik door met de boom te voeden. Daarom maak ik me geen zorgen. Als ik deze tak verlaat en naar de grond dwarrel, zal ik naar de boom zwaaien en haar zeggen: “Ik zie je gauw weer terug.”.”…
Die dag waaide het en na een tijdje zag ik dat het blad van de tak viel en naar beneden dwarrelde, vrolijk dansend omdat het al zwevend zichzelf al in de boom zag. Het was gelukkig.
Ik boog mijn hoofd en wist dat we veel moeten leren van het blad, omdat het niet bang was – het wist dat niets kan worden geboren en niets kan sterven.