Wanneer de schepping de adem Gods is,
zijn ook de zielen de adem Gods.
Volgens de voorstelling der yogi’s
is er één adem en zijn er vele adems.
De ene adem, de centrale adem,
wordt door de yogi’s prana genoemd.
Alle andere vormen van adem,
die een bepaalde rol vervullen
in het mechanisme van het menselijk lichaam,
zijn de mindere adems.
Prana en alle andere ademvormen
zijn samen de ene adem, die wij leven noemen.
Daarom zijn de zielen verschillende ademhalingen van God,
en alle verschillende ademhalingen vormen samen
de ene ademhaling,
de goddelijke adem die leven is.