Samasthiti als meditatiebeleving

Samasthiti als meditatievorm.

Houding.

De Sanskriet naam voor de Stabiliteitshouding is Samasthiti, afgeleid van de woorden Sama (rechtop of gebalanceerd) en Sthiti (Stand). Samasthiti mag je niet vergelijken met tadasana, de berghouding (tada wordt vertaald door berg). De berghoudings is echt een trainingshouding waarbij in een starre stabiele strakke statische rechtopstaande houding alle spieren worden getraind en worden aangespannen. Bij een dergelijke houding is de ademruimte beperkt tot hoofdzakelijk de borstkas. De berghouding lijkt sterk op de militaire ‘geef acht’ houding en kan/mag ook niet te lang worden volgehouden.

Samasthiti daarentegen is een rustmoment, wat mij betreft een staande meditatieve houding, waarbij we weliswaar in staande houding trachten om zo min mogelijk spieren aan te spannen. De enige spieren die niet ontspannen zijn, zijn de spieren die je nodig hebt om overeind recht op te blijven staan; en dan nog, deze spieren hebben de juiste spanning, niet meer, de juiste tonus om in de staande houding overeind te blijven. Je kunt dat bereiken als je alle beenderen van je skelet die je gebruikt om recht op te staan, dusdanig als blokjes op mekaar hebt gestapeld dat ze als het ware vanzelf zouden blijven staan in evenwicht. Het is dus van belang dat je zwaartepunt zich bevindt midden tussen de beide voeten. Je kunt de ruggenwervels en nekwervels zien als blokjes die spontaan door de houdingspieren op zijn plaats gehouden worden. Het bekken vormt als het ware een schaal waarin de buikorganen rusten. De borstinhoud afgescheiden door het middenrif bevindt zich hierboven en wordt gedragen door de hangmat die het diafragma vormt. De ribben vormen de doos waarin de hele borstinhoud in zit opgeborgen, afgesloten door de schouderpartij. De romp in zijn totaliteit vormt dus een solide zuil.

Om de juiste spanning in de beenspieren te bereiken is het belangrijk dat de benen niet overstrekt worden, dat de knieschijven ontspannen zijn.

Om stabiel te staan, staan de voeten de breedte van het bekken uit mekaar; dat wil in praktijk zeggen dat je voeten evenwijdig staan van mekaar, zowel de hielen als de grote tenen staan op eenzelfde afstand van mekaar en de afstand tussen de voeten is dusdanig dat de buiten zijkanten van je voeten zich op 1 verticale lijn bevinden met de zijkanten van de bekkenkammen.

Daarnaast is het ook van belang dat je bekken in een dusdanig stand staat dat je kruin zich op het hoogst mogelijke punt bevindt, op 1 lijn met het zwaartepunt tussen de voeten.

Het bekken is de basis waarop je ruggenwervels gestapeld zijn als een zuil; de wervelzuil.

Een normale wervelzuil heeft, als je er van opzij op kijkt, een uitholling (lordose) ter hoogte van de hals en de onderrug en een bolling (kyfose) ter hoogte van de borstkas. Er kunnen een aantal afwijkingen in de rug zijn die het staan bemoeilijken. Scoliose en kyfose zijn asafwijkingen van de wervelzuil. Als er echter een kromming is naar opzij, in de vorm van de letter S of C als je vanachter recht op de rug kijkt, dan spreekt men van een scoliose. Als de bolling van de rug heel erg uitgesproken is, spreekt met van een hyperkyfose. Als je rug te hol is, heb je een hyperlordose. Scoliose en kyfose kunnen ook samen voorkomen. Dan spreken we van kyfo-scoliose.

De stand van het bekken is de basis voor de volledige houding van de romp. De stand van het bekken wordt vaak bepaald door de stand van hetgeen zich daaronder bevindt dus de benen, enkels, voeten.

De stand van de rug over de gehele lengte, dus inclusief het bekken, de nekwervels en het hoofd is een gewoontehouding die zo geworden is door diverse factoren.

Die factoren kunnen van fysieke aard zijn zoals:

– afwijkende lengte van de benen en de gewoonte wijze van staan (doorgestrekte benen, steeds op 1 been staan,….) beïnvloeden de stand van het bekken

– het dragen van de verkeerde schoenen (bijvoorbeeld hoge hakken) kunnen de stand van het bekken enorm in slechte zin beïnvloeden

– slappe buikspieren bepalen mede de stand van het bekken

– slijtage van de wervels door zware fysieke arbeid, het sjouwen van zware lasten, maar ook een verkeerde houding tijdens bureauwerk of in de auto.

– het feit dat je steeds zware lasten draagt links of rechts

– geboorteafwijkingen

– aandoeningen van allerlei aard (dat kan van je voeten holle voeten, …., hernia, …..) teveel om op te noemen.

– houdingen die men aanneemt om zo min mogelijk pijn te voelen

– zwangerschap

Zo kan ik er nog meer aanhalen.

Maar ook mentale emotionele factoren spelen een zeer belangrijke rol:

– iemand die fier en trots is en zeker van zichzelf zal met opgeheven borst lopen

– iemand die er slank wil uitzien zal met aangespannen buikspieren rondlopen

– iemand die er groter wil uitzien dan hij is zal meer met opgeheven schouders lopen en bijna op zijn tenen (en vaak ook schoenen met hogere hakken dragen)

– als je een zware emotionele last draagt van verdriet en pijn dan zal je met een ronde bovenrug lopen net alsof er een zware last op je schouders rust

– datzelfde geldt voor vrouwen die bang zijn om hun vrouwelijkheid te tonen (lopen met een ronde ruig om de borsten weg te stoppen) of juist wel hun vrouwelijke vormen willen tonen (holle rug waardoor het zitvlak meer tot uiting komt).

– personen die angstig zijn, stress, zullen hun kop in de schouders trekken of zullen zich klein maken (als ik maar niet gezien wordt).

Naast de stand van de ruggenwervels in verticale richting is ook de stand van de schouders van belang, zowel in verticale richting dus geen opgetrokken, aangespannen schouders als in horizontale richting dus geen ronde rug maar de schouderbladen, zonder spanning iets meer naar mekaar toe waardoor de borstkas wat wordt geopend waardoor er meer ademruimte ontstaat aan de voorkant van de romp. En nu zijn we bij het ademen aangekomen.

Ademen.

Hebben we het zojuist gehad over de houding, het statische aspect van samasthiti komen we hier bij het dynamische aspect van samasthiti. Het ademen is bewegen; uitdeinen en inkrimpen van de romp, bepaalde delen wat meer, bepaalde delen wat minder, maar in principe is de hele romp hierbij betrokken.

Naast de zo ontspannen maar wel correct mogelijke houding is het ademen van essentieel belang. Niet zozeer het beïnvloeden van de adem als wel het zorgen voor een zo optimaal mogelijke ademruimte. Met ademruimte wordt bedoeld de mogelijkheid die de romp heeft om mee uit te deinen en in te krimpen met het ademritme. Hoe groter die expansieruimte, hoe minder beperking van de ademruimte, hoe meer lucht er in en uit de romp kan stromen.

De ademruimte wordt vooral bepaald door de houding, (schouder iets meer achteruit, rechte rug, borstkas geopend) maar ook door de soepelheid van zeer veel spieren in de romp, buikspieren, borstspieren, schouderspieren.

Ook is het van belang dat er geen belemmeringen zijn die de ademstroom negatief kunnen beïnvloeden zoals bij voorbeeld aangespannen gelaatsspieren en verkrampte neusspieren. We hebben spieren in en rond onze neus zitten die de grootte van onze neusgaten beïnvloeden, bijvoorbeeld als we snuiven. Door onze aandacht en concentratie kunnen we deze doen ontspannen waardoor de neusgaten groter en opener worden.

Dit zijn een aantal fysieke aspecten die de adem beïnvloeden, maar ons ademen wordt net zoals onze houding heel erg bepaald door onze psychische gezondheid.

Angst, verdriet, stress, onzekerheid, woede, teleurstelling, gelatenheid hebben een negatieve invloed op ons ademen. Net zoals, geluk, liefde (verliefdheid), tevredenheid, zekerheid, gemoedsrust, factoren zijn die onze adem positief beïnvloeden. Het zou te ver voeren om hier dieper op in te gaan, doen we wel eens op een andere keer wanneer het onderwerp prana, pranayama aan bod komt.

Wat we tijdens samasthiti doen is enkel het observeren we onze adem, als een getuige en gaan we haar niet actief wijzigen. Door onze ontspannen houding maar ook door onze mentale rust waar we het zo meteen nog over gaan hebben zal onze adem spontaan relaxter, rustiger en dieper worden.

Denken.

Ons denken, ik noem het maar het aapje dat in ons hoofd zit dat zich heel snel verveelt als het niet bezig mag zijn, vindt dat ie zijn tijd niet mag verdoen met te niksen, wil overal een mening over geven en haalt van alles uit de hoek om toch over te kunnen bakkeleien. Springt van hot naar her.

Onze zintuigen sturen continu indrukken naar ons brein en dat aapje doet niets liever dan zich daar mee bezig houden.

Vanuit het moeras van ons brein borrelen allerlei gedachten als luchtbellen op en daar moet toch ook wat mee gebeuren, vindt dat aapje.

Samasthiti en in ruimer opzicht meditatie, doen we niet om het nog drukker te krijgen maar eerder om tot rust te komen en die rust bekomen we niet als we constant in het modderige water van ons brein blijven roeren.

Wanneer het u gemakkelijk af gaat om uw denken tot rust te laten komen dan bent u een gezegend persoon, wanneer dat voor u echter niet zo gemakkelijk is richt dan uw denken, aandacht op uw houding en ademhaling.

Samasthiti tijdens de yogabeoefening bij Dvarata Yoga.

Wij beginnen onze les altijd met samasthiti om verschillende redenen; we komen vanuit de drukte van de buitenwereld het yogalokaal binnen. We hangen onze jas aan de kapstok tezamen met onze dagelijkse beslommeringen die op onze schouders rust en doen onze schoenen uit en plaatsen die in het rekje waarmee we het stof van de dagelijkse sleur dat nog aan onze voeten hangt, achterlaten. Dan treden we het yoga-atelier binnen en plaatsen ons op ons matje met de intentie om de tijd die we hierbinnen doorbrengen te werken aan ons Zelf. Als de tingsha’s (dat zijn die tibetaanse belletjes) klinken is het tijd om recht te staan, om samasthiti aan te nemen.

Samasthiti doen we nu om ons voor te bereiden op de houdingen, asana’s en bewegingen die we gaan uitvoeren. Om onze kosha’s (energielichamen; naast ons fysieke lichaam; annamaya kosha’s hebben we nog vier andere lichamen of lagen als je het zo wil noemen) in evenwicht te brengen om yoga te gaan beleven, ervaren.

Yoga ervaar je van binnenuit door middel van onze uiterlijke beoefening.

Na elke staande houding of beweging komen we even in samasthiti om hetgeen we gevoeld hebben te verwerken, door te laten dringen. Dit kan een overdenken zijn van de uitgevoerde asana, maar is veeleer een laten doordringen in het, ik noem het maar intuïtieve geheugen van ons lichaam. (Het ons eigen maken).

Waarna we verder gaan met de volgende houding.

Als jullie begeleider gaat mijn voorkeur ervan uit om steeds eerst een houding of beweging voor te doen zelfs al hebben we die houding al talloze keren gedaan tijdens een yogasessie omdat je daardoor je lichaam door de visuele indrukken voorbereid op hetgeen het fysiek zal gaan doen.

Daarom dat mijn persoonlijke voorkeur niet uitgaat naar de zogenaamde yogaflows, oefeningen die volgtijdelijk meteen na elkaar worden uitgevoerd omdat in mijn optiek het lichaam dan nog niet de tijd gekregen heeft om de indrukken van de vorige houding te verwerken en op te slagen voordat we naar de volgende oefening gaan.

Laatste bemerkingen:

Het kan zijn dat je moeite hebt om langere tijd recht op te staan om wat voor reden dan ook.

Hetgeen ik hier verteld heb kan je ook doen op een krukje of in kleermakerszit of een meditatiehouding of zelfs in savasana. De drie belangrijkste factoren blijven steeds, een harmonieus uitgelijnde rug vanaf het stuitje tot en met het hoofd, voldoende ademruimte door de schouders uit te lijnen (schouderbladen in 1 vla) en ten slotte het denken tot rust te brengen of te richten op de houding en de ademhaling.

Geplaatst in Uncategorized.